Collectief goed

Wonen in Antwerpen is lastig voor grote gezinnen die het financieel moeilijk hebben. Kopen is onbetaalbaar. Op een voldoende ruime sociale huurwoning is het meer dan tien jaar wachten. Noodgedwongen huren deze mensen op de privé-markt. Vaak gaat het om slecht geïsoleerde, vochtige en lawaaierige woningen die desondanks zeer duur worden verhuurd. Schrijnend.

Wij, ouders van kinderrijke gezinnen nemen, samen met opbouwwerkers, het heft in eigen handen. We noemen onszelf Arm in Arm. We gaan samen op zoek naar goede en betaalbare woningen. Het is een titanenwerk. Aanvankelijk met bedroevend weinig resultaat. Maar de groep is gevormd en gaat door.

Wij van Arm in Arm, samen met opbouwwerkers van Samenlevingsopbouw en beleidsverantwoordelijken van de stad Antwerpen, vinden een tijdelijke oplossing. De stad Antwerpen sluit een raamcontract af met de sociale huisvestingsmaatschappij De Ideale Woning. Sociale appartementen die leegstaan in afwachting van renovatie kunnen tijdelijk bewoond worden, gedurende drie jaar door negen gezinnen. 2012 is ook het Jaar van de Coöperaties. Dat inspireert.

In maart 2013 verhuizen de eerste gezinnen. De positieve impact op ons leven is groot. Schulden worden afgelost. De gezondheid gaat erop vooruit. Kinderen kunnen spelen en leren. Wijzelf als ouders voelen opnieuw ruimte in ons hoofd om te groeien en te leren. Familie en vrienden komen opnieuw op bezoek.

Maar de formule (‘bezettingscontracten’) is beperkt in de tijd. De groep Arm in Arm -ondersteund door Samenlevingsopbouw- wil een oplossing op lange termijn. We richten een spaargroep op, waar elk maandelijks 30€ in stort.

De tijdelijke bezetting zorgt voor diepgaande gesprekken tussen Samenlevingsopbouw en De Ideale Woning. De huisvestingsmaatschappij kampt met uitdagingen omdat er te weinig woningen zijn voor grotere gezinnen op hun wachtlijst. Appartementsgebouwen krijgen prioriteit bij renovaties, totaalrenovaties van oude eengezinswoningen zijn niet betaalbaar binnen het reglementair kader van sociale huisvesting. Negen sociale eengezinswoningen staan leeg in Merksem. Er is een structuur nodig om die huizen in erfpacht te geven en te renoveren.

In maart 2013 verhuizen de eerste gezinnen. De positieve impact op ons leven is groot. Schulden worden afgelost. De gezondheid gaat erop vooruit. Kinderen kunnen spelen en leren. Wijzelf als ouders voelen opnieuw ruimte in ons hoofd om te groeien en te leren. Familie en vrienden komen opnieuw op bezoek.

Maar de formule (‘bezettingscontracten’) is beperkt in de tijd. De groep Arm in Arm -ondersteund door Samenlevingsopbouw- wil een oplossing op lange termijn. We richten een spaargroep op, waar elk maandelijks 30€ in stort.

De tijdelijke bezetting zorgt voor diepgaande gesprekken tussen Samenlevingsopbouw en De Ideale Woning. De huisvestingsmaatschappij kampt met uitdagingen omdat er te weinig woningen zijn voor grotere gezinnen op hun wachtlijst. Appartementsgebouwen krijgen prioriteit bij renovaties, totaalrenovaties van oude eengezinswoningen zijn niet betaalbaar binnen het reglementair kader van sociale huisvesting. Negen sociale eengezinswoningen staan leeg in Merksem. Er is een structuur nodig om die huizen in erfpacht te geven en te renoveren.

Omdat huren en verhuren een handelsactiviteit is wordt gekozen voor een Coöperatieve Vennootschap met Sociaal Oogmerk. Dat sociaal oogmerk is: ‘Betaalbare woonkosten voor maatschappelijk kwetsbare gezinnen of alleenstaanden realiseren, om zo de levenskwaliteit van ouders en kinderen te verhogen’. Wij ouders, inmiddels huurders, hebben zeggenschap in deze vennootschap, we worden coöperanten. Ons onvoorwaardelijk stemrecht staat los van hoe groot onze financiële inbreng is. Als volwaardige leden kunnen we mee nadenken en beslissingen maken. Drie sociale organisaties: Samenlevingsopbouw Stad Antwerpen, het Centrum voor Algemeen Welzijn en Dienstenthuis (een thuishulp-coöperatie die zich richt op tewerkstellingskansen voor zwakkere doelgroepen) engageren zich om de continuïteit te bewaken.

Een renovatiecoördinator werkt samen met een ploeg eigen medewerkers en werkervaringsklanten (‘Art. 60’ omkaderd door het OCMW), werkgestraften, scholen, bedrijven uit de sociale economie en zelfstandige aannemers. Later komen vier arbeiders-instructeurs in vast dienstverband, en verdwijnt het aandeel werkgestraften en scholen.

De Ideale Woning stelt via ‘inbreng in natura’ en druppelsgewijs 77 te renoveren woningen ter beschikking. Eerst KBC en later Triodos verstrekken langlopende kredieten. De Provincie Antwerpen helpt met een impulssubsidie. Naast de Nationale Loterij springen ook een aantal fondsen -onder de vleugels van de Koning Boudewijnstichting- bij: het Fonds Vinci investeert in sanitair en verwarming, het Fonds Barones van Oldeneel tot Oldenzeel rust de renovatieploeg uit en het Fonds Celina Ramos investeert in aandelen.

In 2021 werd het 25° gerenoveerde pand opgeleverd. Deze woningen worden verhuurd in samenwerking met het Sociaal Verhuurkantoor Antwerpen. De bewoners genieten van een huursubsidie, waardoor goed wonen voor ons betaalbaar wordt.

In 2023 verhuren we 35 panden aan 35 gezinnen. Door de fusie van de woonmaatschappijen verhuren we nu via het sociaal verhuursysteem aan Woonhaven.

SLECHT WONEN = SLECHT LEVEN

Voor grote gezinnen met een laag inkomen zijn er lang niet genoeg kwalitatieve, betaalbare en geschikte woningen. Ze wonen in veel te kleine, slechte en te dure woningen.

De gevolgen van slecht wonen zijn dramatisch:

  • Gezondheidsproblemen door slechte kwaliteit van de woning: vocht, gebrek aan licht, gebrek aan verluchting
  • Geen of slechte isolatie wat de energiekosten onbetaalbaar maakt
  • Druk op het samenleven door het gebrek aan (openbare) ruimte
  • De zorg om het slechte wonen bemoeilijkt de toegang tot de arbeidsmarkt
  • De voortdurende dreiging om het huis te verliezen vanwege betalingsproblemen of uitzetting veroorzaakt stress
  • Ongezond wonen schaadt de ontplooiings- en onderwijskansen van kinderen en jongeren

Het recht op wonen is verankerd in de Belgische grondwet en in de Vlaamse wooncode. Jammer genoeg vertaalt zich dat nog niet in de praktijk.

De groei van het aantal sociale woningen gaat heel traag. De noodzakelijke renovaties in de sociale huisvesting doen het reële aanbod zelfs tijdelijk krimpen.

De huisvestingstingsmaatschappijen zien zich verplicht sterk verouderde leegstaande sociale woningen openbaar te verkopen omwille van de te hoge renovatiekost. Deze woningen komen zelden bij de juiste doelgroep (met name gezinnen met een beperkt inkomen) terecht. Te vaak krijgen deze panden een lichte opfrisbeurt om ze meteen met serieuze winsten door te verkopen of aan dure prijzen te verhuren. Zo verdwijnen woningen uit het sociale aanbod.

De private huurmarkt, die voor veel gezinnen het laatste vangnet is, staat erg onder druk. Gezinnen botsen steeds op dezelfde muur: er zijn bitter weinig geschikte woningen voor grote gezinnen met klein budget.